Skip to main content Skip to page footer

De opwarming terugdringen – hoe moeilijk kan het zijn?

Hoe eerder er maatregelen genomen worden om de klimaatverandering te stoppen, ‘hoe beter het resultaat’. De realiteit is dat de prioriteiten elders liggen en de maatregelen daardoor niet adequaat zijn. Toen de eerste waarschuwingen klonken, was het pad nog ‘begaanbaar’. Sindsdien is actie steeds vooruitgeschoven en dat maakt de route steeds steiler.
Nu, in 2024, kijken we aan tegen een enorme klus en wederom zijn de tekenen niet gunstig, want ‘business as usual’ is voorlopig nog steeds het enige ‘antwoord’ op de klimaat-crisis.


“Hoe langer je wacht om iets te doen, hoe meer je de volgende generatie opzadelt met onmogelijke doelen.”
Marjan Minnesma, directeur duurzaamheidsorganisatie Urgenda 236 

Drie decennia lang hebben we ervoor gekozen om de klimaat-opwarming niet tegen te gaan. 237  Daardoor is het klimaatprobleem ‘verschoven’ van een  technische aanpassing aan business as usual, tot een noodzaak voor een snelle verandering op systeemniveau, in zowel de geïndustrialiseerde als ontwikkelende landen. 238 

Om in 2030 emissieniveaus te bereiken die overeenkomen met een traject van minder dan 1,5°C, zijn de vereiste verminderingen per jaar nu gemiddeld 8,7 procent per jaar, concludeert het UNEP Gap Report 2023.
Ter vergelijking: de daling van de totale wereldwijde uitstoot van broeikasgassen van 2019 tot 2020 als gevolg van de COVID-19 pandemie bedroeg 4,7 procent. 239 Als we de doelen van 2024 niet bereiken in 2024, dan zullen de doelen voor 2025 nog moeilijker haalbaar zijn, aldus klimaatspecialist Peter du Toit. 240 

De uitstoot verminderen langs politieke weg blijkt uiterst moeizaam te gaan. Nederland bijv. moest van de rechter de CO2-uitstoot verder beperken dan ‘het beleid was’. Voor het jaar 2020 kwam dat neer op zo’n 9 miljoen ton éxtra vermindering in 1 jaar. Dat blijkt een enorme opgave, als je bedenkt dat Nederland er 21 jaar over heeft gedaan, vanaf 1990, om zo’n zelfde beperking van 9 megaton te bereiken. 241 


“We hebben korte termijn oplossingen nodig”

“Door ons uitstelgedrag moeten we de uitstoot nu radicaal verminderen”

Beïnvloeding van de vraag

Emissies kunnen worden aangepakt aan de aanbodzijde, bijv. het vervangen van fossiele energie door duurzame en door schonere productie. Ook aan de vraag-zijde kan de uitstoot beperkt worden, maar dit wordt vaak over het hoofd gezien. 242  Het gaat dan over voorkomen of beperken van missies van producten en diensten. 243 Hoe kun je die beïnvloeden? De gangbare visie is: via beleid, dat klimaat-vriendelijk consumeren stimuleert.
Indirect wordt daardoor de leefstijl van de consument in ‘klimaatvriendelijke’ richting gestuurd. Dat kan door in infrastructuur te voorzien, zoals beter openbaar vervoer en door financiële prikkels, zoals belastingvoordeel bij een fiets van de zaak. Het kan ook door voorlichting te geven.
Zelden wordt de consument ‘rechtstreeks’ aangesproken en vrijwel nooit ‘geduwd’ of ‘gedwongen’, of op z’n verantwoordelijkheid gewezen.
Maar niet alleen de overheid speelt een rol. Een belangrijke bron van beïnvloeding is de marketing. De vraag naar producten en diensten hangt mede af van hoeveel reclamebudget eraan wordt besteed. 244  

De vraag naar fossiel moet omlaag

Vrijwel alle partijen in de samenleving geloven dat je de vraag naar fossiele energie kunt beperken door het aanbod van fossiele brandstoffen af te knijpen. Maar werkt dat wel? Kijk je naar auto rijden, dan zie je dat zelfs bij veel hogere brandstofprijzen de consument blijft tanken. Beperking van het aanbod van fossiel leidt misschien tot hogere prijzen, maar de consument gaat er geen kilometer minder om rijden. 245 
Daarnaast zullen bij beperking van het aanbod van een aanbieders zoals Shell, andere, meest buitenlandse aanbieders ‘in het gat springen’.

Potentieel zou het beperken aan de vraag-zijde voldoende uitstoot-beperking kunnen opleveren. Als het beleid aan de vraagzijde ambitieus genoeg zou zijn, en breed genoeg wordt toegepast - bijvoorbeeld, 
als er bindende, verregaande mitigatieverbintenissen voor het grootste deel van de wereldwijde uitstoot zouden zijn - dan zouden ze volstaan om de 2°C-doelstelling te halen. 246 
Om echt vaart te maken met de energietransitie moet de vraag naar fossiele brandstoffen 
vanuit de samenleving naar beneden, stelt Shell-topman Ben van Beurden. 247  Want zolang de samenleving gelooft dat je door het aanbod van fossiele brandstoffen uit te faseren op de een of andere manier de vraag kunt laten dalen, is dat geen duurzame manier om de energietransitie aan te pakken. Het aanbod moet zich aanpassen, maar het moet zich aanpassen aan minder vraag. 248 

sociale transitie nodig, naast energie-transitie

Met alleen beleid en innovatieve oplossingen is er nog geen reductie van CO2 uitstoot. Mensen moeten beleid en oplossingen accepteren, adopteren en toepassen, en op basis daarvan hun gedrag aanpassen. 
Er is nu nog relatief weinig aandacht voor deze sociale transitie, stelt stichting Natuur & Milieu. 249 
Nederland stoot jaarlijks 189 megaton CO2 uit; mensen zijn via hun persoonlijke keuzes uiteindelijk verantwoordelijk voor 84% daarvan.
Het EU project ‘Horizon 2020, 1.5° Lifestyles’ richt zich op het gedrag van consumenten: hoe zouden we onze leefstijl kunnen veranderen om bij te dragen aan een duurzame toekomst. 250 
Zonder begrip van de materie bij de bevolking zal er geen draagvlak ontstaan voor het klimaatbeleid,
en zal ook de noodzakelijke gedragsverandering van de consument uitblijven, verwacht stichting Grootouders voor het Klimaat. Een veel actievere rol van de overheid en van alle bij het Klimaatakkoord betrokken partijen is nodig, ondersteund met een adequaat budget. 251 

homecontactnotes