Skip to main content Skip to page footer

Editorial

Opinie

De klimaat-crisis is in volle gang. We beginnen de gevolgen van ons ongeremde gebruik van fossiele brandstoffen te merken. De internationale afspraken die gemaakt zijn om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen blijken in de praktijk onvoldoende om klimaatverandering in toom te houden. Daarbij komt dat de meeste landen zich niet aan wat ze afgesproken hebben, na ondertekening van het akkoord van Parijs in 2015. Vrijwel overal wordt meer uitgestoten dan beloofd.
Het klimaat herstellen is geen optie, want de opwarming gaat nog lange tijd door en de oceanen hebben veel warmte opgeslagen. Uitstel van emissie-beperking brengt grote gevaren met zich mee: omslagpunten in het klimaat liggen op de loer. Enkele daarvan zouden al ‘geactiveerd’ zijn. Als de wereld niet snel de uitstoot beperkt, kan onomkeerbare klimaatschade optreden.

De afgesproken grens van 1,5 graden opwarming moeten we daarom handhaven en zelfs niet willen riskeren om die over te gaan. Het klimaat weer terugbrengen in de toestand van 1990 of van voor de Industriële Revolutie kunnen we helaas vergeten, maar de klimaatverandering zo beperkt mogelijk houden is echter nog steeds mogelijk.

Opstoken van olie, kolen en gas is de voornaamste oorzaak van de klimaatverandering. De CO2 die bij verbranding vrij komt houdt een deel van de warmte vast die de aarde uitstraalt. Daarom moet het gebruik van fossiele brandstoffen zoveel mogelijk worden beperkt. Dat is erg moeilijk, omdat de wereldeconomie op fossiel draait. Olie, kolen en gas zijn onmisbaar, niet alleen als brandstof, maar ook als grondstof voor talloze producten die we dagelijks gebruiken.

Om de emissies terug te dringen is duurzame energie de ‘standaard-oplossing’. Als we alle fossiele brandstoffen weten te vervangen door duurzaam opgewekte energie is de zaak opgelost. Op dit moment is dat natuurlijk nog toekomstmuziek en daarom nemen we voor de omschakeling, de Energie-transitie, ruim de tijd. Pas over 25 jaar moet die rond zijn.

Er wordt veel te weinig duurzame energie opgewekt. Het blijkt niet eens genoeg voor alle elektriciteit die we nodig hebben, laat staan voor verwarming. Wel komt er steeds meer duurzame energie beschikbaar, omdat de hoeveelheid zonnepanelen sterk groeit en er veel windmolenparken bij komen. Maar die ‘extra’ opbrengst gaat meteen al zitten in twee energievreters die ook enorm groeien: elektrische auto’s en airco’s. Elektrisch rijden wordt gepromoot omdat het gezien wordt als duurzaam. In de praktijk rijden de meeste EV’s echter op fossiel.
De wereld warmt op en dat merken veel mensen aan den lijve. Hittegolven komen vaker voor en temperatuur-records sneuvelen regelmatig. Dat vraagt om koeling en daarom zijn airco’s niet aan te slepen. Ook in arme landen nemen mensen zo’n apparaat, zodra ze dat kunnen betalen. En al die airco’s samen vragen een groot deel van de opgewekte elektriciteit.

De wereld heeft steeds meer energie nodig. In veel landen worden mensen rijker en dat betekent doorgaans dat ze meer energie gaan gebruiken. Niet alleen om te stoken en te rijden, maar ook in de vorm van voedsel en spullen. En ook voor het bouwen van huizen en aanleggen van wegen is veel energie nodig.

Als de energie-transitie lukt zou de uitstoot nog niet nul zijn. De landbouw stoot methaan uit, een sterk broeikasgas en er zijn nog meer bronnen. Daarom moet CO2 uit de afmosfeer gehaald worden. Bomen kunnen dat doen, maar alleen onder gunstige omstandigheden. Bossen moeten kunnen doorgroeien en niet gekapt worden. Een miljard bomen planten blijkt in de praktijk moeilijk en bij nader inzien niet voldoende om uitstoot te compenseren. Er wordt gewerkt aan technieken om CO2 uit de lucht te halen, maar die zijn nog niet volwassen en vreten energie.

De oplossingen voor het klimaatprobleem die algemeen worden beoogd, lukken niet op korte (en middellange) termijn. Alles wijst er op dat BAU (business as usual) nog lange tijd het scenario zal zijn, ondanks alle inspanningen van overheden, ngo's, actiegroepen en burgers.
Met BAU is de klimaatramp 'gegarandeerd', want om die te beperken moeten de emissies (drastisch) omlaag.
Beleidsmakers en overheden hebben zich tot nu toe bijna alleen gericht op de aanbodzijde, de productiezijde. Daar gaat het over verduurzamen van de energievoorziening, vergroenen van de industrie, duurzame producten.
Maar er is ook een andere kant: de vraagzijde (van de economie). Daar ligt een oplossing voor CO2-uitstoot-beperking, die door vrijwel iedereen over het hoofd wordt gezien: de uitstoot beperken aan de vraag-zijde en de vraag-zijde betreft: de consument.
5 miljard consumenten zijn door hun leefstijl een ramp voor de planeet en brengen de klimaatramp snel 'dichterbij'. Dit is goed te zien aan de CO2-voetafdruk van een persoon, of huishouden. De gemiddelde CO2-voetafdruk van de consument is veel groter dan de 'eerlijke' of 'duurzame' voetafdruk. De CO2-voetafdruk moet flink omlaag om binnen het koolstof-budget te blijven (en binnen de planetaire grenzen). Door vraag-zijde 'beperking' is een groot deel van de uitstoot te voorkomen (ca. de helft in 2050). De uitstoot-beperking kan (zelfs) al op korte termijn gerealiseerd worden.
'Groene acties' verminderen de uitstoot van de consument slechts beperkt. Dus zijn er grotere ingrepen nodig. Om klimaat-vriendelijk te leven zijn grote aanpassingen aan de leefstijl nodig.
Door structureel te blijven wijzen op en geloven in de 'standaard oplossingen' (systeeemverandering) en niet te (willen) kijken naar de vraag-zijde, zitten politici, beleidsmakers, ngo's en burgers deze oplossing in de weg. De consument wordt structureel uit de wind gehouden, niet aangesproken op zijn verantwoordelijkheid. De consument wordt 'vriendelijk verzocht' iets voor het klimaat te doen. Het idee dat de consument een verantwoordelijkheid heeft voor zijn bijdrage aan de klimaatverandering wordt vrijwel overal ontkend.
Op basis van vrijwilligheid kan de consument ervoor kiezen rekening te houden met het klimaat. Overheid en ngo's stimuleren dit zoveel mogelijk.  Vanuit ethisch oogpunt is de gangbare opvatting: goed doen. Dat vertaalt zich in afval scheiden, 'iets goeds doen voor het klimaat', 'Goed doen' betekent 'groene acties', zonnepanelen plaatsen, duurzame producten kopen, elektrisch rijden. 
Een ander (ethisch) aspect wordt doorgaans niet in ogenschouw genomen:  geen kwaad doen, geen schade veroorzaken. 'Geen kwaad doen, geen schade veroorzaken' betekent: geen CO2 uitstoten, omdat alle uitstoot leidt tot schade aan mensen(levens) en natuur. Geen CO2 uitstoten zou daarom de norm of het streven moeten zijn. Dat betekent de eigen CO2-voetafdruk drastisch terugbrengen. Daarbij moet ook gekeken worden naar wat 'aan het oog onttrokken is': de verborgen CO2-uitstoot van 'spullen'

samenvattend:
Willen we de klimaatramp enigszins beperken, dan moet de CO2-uistoot drastisch omlaag. De 'standaard oplossingen' bieden op korte termijn geen oplossing. 'Business as usual' blijft (waarschijnlijk) het scenario in het huidige en wellicht zelfs toekomstige decennium.
De oplossing die steevast over het hoofd wordt gezien, moet daarom serieus genomen worden: vraag-zijde beperking.
Het motto moet worden 'geen schade veroorzaken', dus geen CO2 uistoten i.p.v. 'goed doen', vertaald in 'iets goeds doen voor het klimaat'.
om het doel, geen CO2 uitstoten, te bereiken moet de CO2-voetafdruk drastisch worden ingekrompen.
Dit zal serieuze consequenties hebben voor de leefstijl: die moet heel anders worden: klimaat-vriendelijk

Ik volg het klimaatnieuws al lange tijd en voor is het daarom logisch en 'zit het in mijn systeem' dat de opwarming van onze planeet het grootste probleem van de 21e eeuw is. Persoonlijk heb ik daarom het besluit genomen dat dat in mijn leven aandachtspunt nummer 1 is. Ik ben nog steeds vastbesloten om alles wat in mijn vermogen ligt in te zetten om de klimaatramp nog enigszins draaglijk te houden. Gelukkig bevind ik me in goed gezelschap, want verschillende wetenschappers, journalisten, burgers en organisaties hebben dat streven.

Goed geïnformeerde wereldburgers weten dat de opwarming van het klimaat ons en vooral de arme mensen op de wereld enorme problemen zal brengen. En dat we het slechtste scenario nog kunnen voorkomen door alles op alles te zetten om de opwarming tot 1,5 graden te beperken. Daarom moeten we zo snel mogelijk CO2-neutraal worden.
Voor mij staat het klimaat op nummer 1. Dat is ook de reden dat ik in 2018 een 'carriereswitch' heb gemaakt. Ik ben toen aan de slag gegaan als fulltime onderzoeker met als missie: mijn medemens overreden om ook klimaat-vriendelijk te gaan leven.
In tegenstelling tot de gangbare opinie vind ik dat we de oplossing van het klimaatvraagstuk niet moeten zoeken bij de overheid of het bedrijfsleven. In mijn onderzoeksrapport leg ik uit waarom die strategie niet goed werkt en zeker niet snel genoeg resultaat geeft.
De systeemverandering waar we collectief op hopen en onze kaarten op hebben gezet, blijkt uiterst moeilijk te bereiken en gaat bovendien nog heel lang duren. Momenteel is de wereldeconomie voor nog geen tien procent circulair. Dat moet zo snel mogelijk naar 100% circulair omgetoverd worden. En dat terwijl er legio spelers bij betrokken zijn, waarvan de meeste een verandering van het systeem niet zien zitten en zelfs zullen tegenwerken.
In de meeste Westerse landen trekt de consument aan de touwtjes. Hij bepaalt via zijn stemgedrag de agendapunten van de politici. Autogebruik halveren, zoals Milieudefensie ooit voorstelde? Geen schijn van kans. De consument is automobilist en wil vooral veel en ver rijden. Vlees consumptie beperken? Natuurlijk gaat de vlees-lobby dwars liggen, maar de consument zal het ook niet pikken. Hij blijft tenslotte vlees eten en gaat grif in op de stuntprijzen in de supermarkt. En vliegen aan banden leggen? Dan raak je de consument in zijn vrijheid om een weekendje Barcelona of een weekje resort in een ver tropisch land te boeken. Een beetje politicus gaat zijn handen niet branden aan klimaatvriendelijke maatregelen en dat is ook verstandig, want daarmee zou hij zijn kansen vergooien om bij een volgende verkiezing herkozen te worden.

Sinds er in het nieuws was dat 70% van de uitstoot afkomstig is van grote bedrijven, is er niet veel vooruitgang geboekt. De hoop was dat die bedrijven ‘hun leven zouden beteren' en minder gaan uitstoten. Veel van deze grote bedrijven hebben aandeelhouders of worden 'beheerd' door overheden. De grootste zijn meestal eigendom van de staat, zoals Aramco (VAE), CNPC (China) en Pemex (Mexico). De kans dat deze bedrijven hun emissies gaan reduceren is klein. En hopen dat ze hun aanbod van fossiel gaan terugschroeven is ijdel. In tegendeel, ze halen gewoon alles uit de grond, zolang markt en consument er om vraagt. Er is wel enige 'dwang' van rechtszaken, zoals in Nederland door Urgenda, maar dat lost ook maar heel weinig op. Want het gaat tenslotte alleen om de bedrijven in 'beschaafde' landen, democratieën waar nog enige vorm van 'verantwoordelijkheid' te vinden is. Die landen zijn sterk in de minderheid. Het totaal aandeel aan fossiele productie en consumptie en daarmee CO2-uitstoot door 'beschaafde' bedrijven is veel te weinig om op wereldschaal verschil te maken. Staatsoliebedrijven in Rusland, Saudi Arabië en China zullen zich weinig aantrekken van rechtszaken. De kraan proberen dicht te draaien aan de aanbodzijde lijkt daarom geen oplossing.
Alleen beperking aan de vraag-kant gaat ons hier helpen, en is een belangrijke oplossingsrichting als blijkt dat de energietransitie veel te laat komt. Er kan natuurlijk nog een wonder gebeuren. Bijv. als overheden wijs worden en fossiel gaan beperken en tegenhouden. China zou zoiets kunnen doen, omdat dit land toch inmiddels wel moet hebben geconstateerd dat de klimaatschade zo groot gaat worden, dat zelfs dure ingrepen nu goedkoper zijn dan de enorme schade-bedragen in de toekomst.
Maar erg waarschijnlijk is het niet, omdat de verdiensten uit fossiele brandstoffen nog steeds de ‘motor’ blijven, die landen, economieën en bedrijven ‘voortstuwt’.

Naast de politieke invloed van de consument zou je hem ook de baas over de economie kunnen noemen. Door zijn koopgedrag bepaalt hij wat bedrijven produceren. De consument wil elektrisch fietsen, dus kwamen er fabrieken voor elektrische fietsen. Gewone fietsen worden veel minder verkocht en de fabrikanten passen hun productielijnen dus aan. Gifvrij voedsel wordt ook in Nederland wel geproduceerd. Al 20 jaar blijft het aandeel biologisch op zo'n 4% steken. Een flinterje van onze landbouwgrond, een paar schapjes in de supermarkt, dat is alles. De Nederlandse consument weigert om een paar euro's meer te betalen. En dat zie je terug in het aantal biologische boerenbedrijven, eco-winkels en biologische voedselverwerkers. De inspanningen van de overheid, voedselsector, biologische organisaties en zelfs supermarketen zijn kansloos. Alles is al uit de kast gehaald om de consument te bewegen tot kopen van meer biologische producten. Het blijft ongeveer 4%.
De consument bepaalt uiteindelijk de politieke keuzes en de economische koers. Daarom zie ik de oplossing van de ecologische crisis maar bij een partij: de consument.

Klimaatneutraal in 2050 gaat (dus) nooit lukken, maar we blijven er dapper en hardnekkig in geloven, er rekening mee houden en er op aan koersen. We draaien onszelf daarmee een rad voor ogen en trekken niet de conclusies die ‘daaruit volgen’:
1. De wereldwijde uitstoot moet veel sneller omlaag.
2. Het systeem moet snel veranderen.
3. Omdat 1. en 2. niet lukken rest er nog maar 1 ding: beperking aan de vraag-zijde.

 

homecontactnotes